Storingen
Storingen in de drain kunnen zijn ontstaan tijdens of na de aanleg van het drainagesysteem.
Fouten bij aanleg
Wanneer de eindbuis bij aanleg onzorgvuldig aan de drainbuis wordt gekoppeld, kan lekkage bij de koppeling ontstaan. Hierdoor kan er water onder de eindbuis langs lopen en kan de grond ter plaatse wegspoelen. De eindbuis kan hierdoor gemakkelijk wegzakken. De afvoer van de drain kan daardoor ernstig worden geblokkeerd. De eindbuis kan ook verzakken doordat de uitmonding niet rechtstreeks boven het water in de sloot uitkomt, maar op de schuine kant van het talud loost. Doordat de grond hierdoor wegspoelt kan het talud gemakkelijk instorten waardoor de eindbuis wegzakt.
Vorst
Ook ’s winters kan de eindbuis beschadigen. Beschadiging door vorst is een vrij veel voorkomend verschijnsel. Dit kan door ijsgang, bij het invallen van de dooi, maar ook door het beschadigen van het talud door het invallen van het ijs dat is vastgevroren aan het talud, terwijl het smeltwater wordt weggemalen. Ook kan tijdens de afvoer het uitstromende water bevriezen, waardoor de eindbuis kapotvriest. Dit risico is groot bij het gebruik van pvc eindbuizen. Eindbuizen gemaakt van Polypropyleen of Polyetheen zullen niet stukvriezen.
Slootreinigen
Een andere mogelijkheid is dat de eindbuis beschadigt tijdens het slootreinigen. Een maaikorf of taludmaaier, een slootreiniger of slootkantsnijder, kan een forse beschadiging veroorzaken. Een goede markering kan dit voorkomen. Let er goed op dat de uitgehaalde bagger de vrije uitstroom van de drain niet verstoort. Alles bij elkaar blijft de eindbuis een zeer kwetsbaar onderdeel van de totale drain. Controle vlak voor en direct na het slootreinigen is zonder meer noodzakelijk.
Ligging drain
De drain zelf kan op vele manieren zijn verstoord of hindernissen kennen, waardoor de afvoer wordt belemmerd. De ligging is daarbij een zeer belangrijke factor. Drains worden vrijwel allemaal met behulp van een laser of GPS op het gewenste niveau en eventueel gewenste helling aangelegd.
Het bodemtype en de opbouw van de bodem kunnen ook nog een rol spelen. In een veenbodem kan bijvoorbeeld de zandondergrond op wisselende diepte voorkomen. De drains komen dan afwisselend in het zand of in het veen te liggen. Bij de aanleg is de weerstand die de draineermachine van de bodem ondervindt sterk wisselent. Afhankelijk van het type machine kan daardoor de machine sterk de neiging vertonen op en neer te gaan. Dit zal door de laserbesturing moeten worden gecorrigeerd. Het is dus erg opletten om onder dergelijke omstandigheden niet te snel te rijden. Op kleigrond kan de diepteregeling erg worden beïnvloed door de aanwezigheid van slappe klei of zand in de ondergrond. Ook dit heeft invloed op de weerstand die het drainagelichaam van de machine ondervindt.
De tot nu toe genoemde zaken hadden met name betrekking op sleufloos aanbrengen van de drains. Bij het gebruik van en kettinggraver heeft de wisselende stevigheid van de ondergrond een beperktere invloed op de ligging van de drain. Bij het graven van de sleuf moet echter worden voorkomen dat er grond terugrolt in de sleuf, voordat de drain op de bodem wordt gelegd. Ook hierdoor ontstaat een minder gewenste ligging.
Vaststellen van de ligging
De ligging van de drain is op een aantal manieren vast te stellen.
Doorsteekapparatuur
Het gebruik van doorsteekapparatuur is een uitstekend middel om te controleren of de drain mogelijk is verstoord. Dit kan door materiaalfouten, inzanding, of mogelijk aanwezige wortelgroei.
Hoogtemeetapparatuur
Er bestaat apparatuur waarbij een meetkop op van tevoren vastgestelde afstanden tot rust wordt gebracht, waarna ter plaatse de hoogte wordt gemeten. De meetgegevens worden geregistreerd en op een grafiek weergegeven.
De apparatuur kan worden gebruikt voor:
– het afstellen van draineermachines
– controle van de drains vóór de oplevering van het betreffende werk
– controle van reeds bestaande drainagesystemen.
Deze methode is arbeidsintensief en kostbaar en wordt daardoor beperkt toegepast
Zender/ontvanger
Eén van deze systemen is de methode om een zender de drain in te voeren. Dit kan met behulp van een flexibele staaf, maar de zender kan ook de buis van de doorsteekapparatuur of op de kop van de doorspoelapparatuur worden bevestigd. De ontvanger zet het signaal van de zender om in een geluid- of lichtsignaal. Indien de looprichting van de drain niet bekend is, kan de zender direct vanaf het begin worden gevolgd. Door het ontvangstgebied continu te verkleinen kan men de plaats van de zender bepalen. de zender bevindt zich altijd in het midden van de cirkel die met de ontvanger wordt uitgezet. Met enige ervaring kan eveneens de diepte worden bepaald.
Beeldinspectie
Er bestaan mogelijkheden om via de eindbuis of een controleput, over grote afstand de gehele drain te inspecteren met een camera. Op deze wijze is een uitstekende inspectie mogelijk. Er wordt op deze wijze een goed beeld verkregen van het inwendige van een drain, mits deze niet overmatig vervuild is. Deze camerasystemen, die vooral in de rioolreiniging gebruikt worden, hebben een beperkte looplengte maar geven in ieder geval een goede indruk van de conditie van een drain.